Najaarsrapportage 2019

Trends en ontwikkelingen (VHL, BRU, Beleidsaudit Fin)

Trends en ontwikkelingen (VHL, BRU, Beleidsaudit Fin)

Vijfheerenlanden

Het uiteindelijke effect van Vijfherenlanden op de begroting is nog niet definitief. Belangrijke reden hiervoor is het feit dat de onderhandelingen rondom het Merwedekanaal op het moment van het opstellen van deze najaarsrapportage, nog niet worden afgerond. Het feit dat de provincie Zuid-Holland pas erg laat een nieuw bestuur kon presenteren (augustus 2019) heeft ook geleid tot vertraging in het proces.

Overeenkomst provincie Zuid-Holland
In de Statenbrief van 2 juli 2019 bent u al geïnformeerd over de financiële afwikkeling van de overgang van provinciale rechten en verplichtingen bij de herindeling Vijfheerenlanden. De provincie Zuid-Holland vergoedt op declaratiebasis aan de provincie Utrecht incidenteel een bedrag van € 4.300.000. Dit is als volgt bestemd:

  • € 1.000.000 voor mobiliteitssubsidies,
  • € 3.220.000 N484 groot onderhoud fase 1
  • €      80.000 PAS-contracten Zouweboezem en Lek Uiterwaarden

Omdat nog niet duidelijk is wanneer de eenmalige kosten gemaakt gaan worden is in de Najaarsnota nog geen rekening gehouden met deze eenmalige vergoeding van de provincie Zuid-Holland.

Provinciefonds
Conform het IPO-advies van mr. G. Jansen aan IPO is een tijdelijke aanpassing van de uitkeringen van beide provincies afgesproken voor de jaren 2019 en 2020 met een (netto) bedrag van € 1.935.000. Met ingang van 2021 wordt, als de actualisatie van de grondslagen van het verdeelmodel is gerealiseerd, uitgegaan van de uitkomsten van het geactualiseerde en herijkte model.

Effect Vijfheerenlanden Najaarsrapportage 2019
De kosten van Vijfherenlanden zijn verwerkt in diverse begrotingsprogramma’s, omdat het veelal gaat om een uitbreiding van bestaand beleid. In deze paragraaf worden de kosten op een rij gezet om een totaalbeeld te kunnen bieden.

In de voorjaarsnota werd nog verwacht dat de komst van Vijfherenlanden voor het begrotingsjaar 2019, zou leiden tot een lastenvermeerdering van netto € 6,6 mln. Uiteindelijk is het gelukt om het effect op het begrotingssaldo voor 2019 terug te brengen tot € 0,1 mln. Deels is dit het gevolg van de actualisatie van de ramingen (c.a. 0,5 mln. positief), door het niet opnemen van de formatieve claim van c.a. € 1,5 mln. en door dekking van de kosten binnen bestaande budgetten. Wij maken daarbij nadrukkelijk wel een belangrijke kanttekening voor de niet opgenomen formatieve consequenties. We willen dit namelijk integraal afwegen in samenhang met de uitwerking van het coalitieakkoord. Om die reden is dit voor 2019 niet meegenomen in deze Najaarsrapportage.

De uiteindelijke lasten voor 2019 bedragen in de najaarsrapportage dus c.a. € 8,9 mln. De financiering hiervan ziet er voor 2019 als volgt uit:

  • € 2,0 mln. kan uit bestaande budgetten worden gedekt
  • € 2,4 mln. kan ten laste worden gebracht van relevante bestemmingsreserves
  • € 4,4 mln. wordt gedekt door toename van de algemene uitkering en motorrijtuigenbelasting agv komst VHL.
  • € 0,1 mln. drukt negatief op het begrotingssaldo 2019.

In onderstaande tabel worden de kosten Vijfheerenlanden 2019 aangegeven met een vergelijking tussen de Voorjaarsnota 2019 en Najaarsnota 2019:

Programma

VJR

NJR

Dekking

Dekking

Dekking

Kosten

2019

2019

bestaand budget

reserve

alg.middelen (stelpost)

Financieel arrangement VHL

7. Bestuur en middelen

2.152

2.152

2.152

Totaal Financieel arrangement VHL

2.152

2.152

0

2.152

Overige kosten VHL

2. Landelijk gebied

2.935

1.853

40

399

1.414

3. Bodem, water en milieu

552

548

548

4. Economie en energie

172

95

55

40

5a. Bereikbaarheid (excl. OV)

1.481

2.183

2.033

150

5b. Bereikbaarheid Openbaar Vervoer

1.740

1.740

1.740

0

6. Cultuur en erfgoed

442

393

157

236

Formatie

1.558

0

0

Totaal overige kosten VHL

8.880

6.812

1.992

2.432

2.388

Totaal kosten VHL

11.032

8.964

1.992

2.432

4.540

Dekking VHL

Uitkering Provinciefonds

1.935

1.935

1.935

Motorrijtuigenbelasting

2.494

2.494

2.494

Totaal dekking VHL

4.429

4.429

4.429

Netto extra kosten VHL in 2019

6.603

#

4.535

111

Beleidsaudit financiën mobiliteitsprogramma

Op 23 april 2018 is de Beleidsaudit financiën mobiliteitsprogramma besproken in PS. Daarbij is afgesproken om in de P&C producten te rapporteren over de voortgang van de aanbevelingen en eventuele planning.
Bij de Voorjaarsnota wordt deze voortgang van de aanbevelingen opnieuw geactualiseerd. Onderstaand schema volgt de aanbevelingen zoals opgenomen in het rapport van de beleidsaudit commissie. Het overzicht geeft de voortgang op alle aanbevelingen weer. Wanneer een aanbeveling is afgerond wordt dat vermeld.  Vanaf de Najaarsnota zal alleen de voortgang van de lopende acties op de aanbevelingen worden opgenomen.

Aanbevelingen

Voortgang/planning

Mobiliteitsplan 2019-2023

  1.  

Verzoek GS na vaststelling van het nieuwe Mobiliteitsplan om een uitvoeringsprogramma (per subdoel) op te stellen voor de bestuursperiode, met daarin een (realistische) planning, financiën en prioritering en deze ter kennis te brengen van PS. Geef bij het jaarlijkse besluit tot vaststelling van de begroting concreet aan welke bedragen en kredieten worden geautoriseerd.

In de periode Q4 zullen de meeste Uitvoeringsprogramma zijn voorgelegd aan de GS.

Verantwoording besteding budgetten

  1.  

Verzoek GS ervoor zorg te dragen dat de financiële administratie zo is ingericht dat deze beter kan voorzien in (ad hoc) informatiebehoefte, zoals verschillende dwarsdoorsnedes op verzoek van PS (bestedingen naar modaliteit, locatie, financiering e.d.).

Het maken van verschillende dwarsdoorsnedes vraagt een nadere doorontwikkeling; over het tijdspad en de mogelijkheden hiervan zullen wij u later informeren. Dit wordt gekoppeld aan de inrichting van de Uitvoeringsprogramma’s welke passen binnen de opzet van het Mobiliteitsprogramma.

Actuele stand van zaken Mobiliteitsplan 2014-2028

  1.  

Neem kennis van de financiële stand van zaken van het Mobiliteitsplan 2014-2028 naar de stand per 1 januari 2017 en verzoek GS aan te geven:

  1. wat de actuele stand van zaken is;
  2. welke verplichtingen inmiddels zijn aangegaan;
  3.  welke “vrije ruimte” nog beschikbaar is.

In 2019 wordt  de actuele stand van  het Mobiliteitsprogramma 2015-2018 opgesteld inclusief de financiële stand van de reserves.  Het Mobiliteitsprogramma 2015-2018 is onderdeel van Mobiliteitsplan 2014-2028.

  1.  

Verzoek GS jaarlijks inzicht te verschaffen in de inhoudelijke en financiële voortgang en actuele situatie van het Mobiliteitsplan en het daarop gebaseerde uitvoeringsprogramma, inclusief welke verplichtingen zijn aangegaan, welke "vrije ruimte” er nog beschikbaar is en de stand van en verwachte ontwikkeling in de reserves.

Het verloop hiervan wordt opgenomen in de P&C producten.

Transitie BRU

  1.  

Neem kennis van het Regionaal Uitvoeringsprogramma verkeer en vervoer zoals opgesteld door de BRU en verzoek GS:

  1. aan te geven welke verplichtingen inmiddels zijn aangegaan o.a. met betrekking tot de OV investeringen (bijv. Utrecht CS-Leidsche Rijn);
  2. welke “vrije ruimte” nog beschikbaar is
  3. benut daarbij het bestaande P&C instrumentarium.

In het mobiliteitsprogramma is een stand van zaken van het BRU programma en de hierbij horende reserves opgenomen. Het verloop hiervan zullen wij meenemen in de P&C cyclus.

  1.  

Verzoek GS om nà 2019 een verslag op te stellen waarin wordt aangegeven op welke wijze is voldaan aan de gemaakte afspraken bij de overdracht van het BRU en waaraan de provincie de bedragen voor wegen en OV-infra heeft uitgegeven. Breng dit verslag ter kennis van de U-10 gemeenten en PS.

Parallel aan het proces van jaarrekening 2019 zal een verslag worden opgesteld over de realisatie van de gemaakte afspraken bij de overdracht van de verkeer en vervoertaken van BRU aan de provincie.
Conform de aangenomen motie van 10 juli is in deze najaarsnota 2019 een uitgebreide voortgangsrapportage gegeven over de stand van zaken met betrekking tot de BRU-middelen, inclusief een prognose voor het eindsaldo, eventueel resterende verplichtingen en een richtinggevende uitspraak over bestemming van het eindsaldo

Sturing en uitvoering

  1.  

Verzoek GS de financiële functie binnen de provinciale organisatie te verstevigen o.a.

  1. door de concerncontroller te herpositioneren in de directieraad;
  2. de afdeling financiën waar nodig te verstevigen

Op dit moment loopt een programma versterking financiële functie. Onderdelen hiervan zijn o.a. de centralisatie van business- en financial control, het periodiek afsluiten van de administratie en het verbeteren van de prognoses. In 2020 zal de versteviging zijn beslag krijgen.

  1.  

Overweeg als PS om GS te verzoeken te onderzoeken wat de voor- en nadelen zijn om de taken op het terrein van Openbaar vervoer (U-OV, streekvervoer, Uithoflijn e.d.) (intern) te verzelfstandigen. Vooruitlopend hierop GS te verzoeken een apart programma in de begroting op te nemen voor deze taken.

Een onderzoek is nog gaande. Zodat na de transitieperiode BRU een nieuwe bestuurlijke afweging kan worden gemaakt. In de programmabegroting 2019 is in het programma Bereikbaarheid een subprogramma Openbaar Vervoer opgenomen.

De BRU transitie 2015-2019

De Wet afschaffing plusregio's (Wap) is op 1 januari 2015 van kracht geworden en heeft tot gevolg
gehad dat alle middelen en bevoegdheden met betrekking tot de Wet Brede Doeluitkering (BDU) Verkeer en Vervoer zijn overgaan van Bestuur Regio Utrecht (BRU) naar de provincie Utrecht (PU).

In het kader van de transitie BRU tussen provincie Utrecht en BRU zijn er afspraken gemaakt over de beleidserfenis, lopende projecten en programma’s en de governance. Daarnaast zijn er destijds afspraken gemaakt over het personeel en de financiën.

De gemaakte afspraken zijn:
1. Instellen van een overgangsperiode waarbij Bestuur Regio Utrecht haar expertise en kennis
en ervaring ten aanzien van mobiliteitsbeleid in de Utrechtse grootstedelijke regio kan
overdragen. Onderdeel hiervan is dat de provincie na de transitie het door Bestuur Regio
Utrecht vastgestelde beleid zal overnemen.

2. De vigerende beleidstukken van Bestuur Regio Utrecht zijn tot 2020 uitgangspunt, dat laat
onverlet dat de bevoegdheid van Provinciale Staten heeft om tussentijds beleid te
actualiseren. Om te komen tot een geïntegreerd BRU- en provinciebeleid wordt, niet eerder
dan na 2 jaar, een proces ingericht van herijking van beleid. In dit proces worden de huidige
BRU-gemeenten vooraf bestuurlijk geconsulteerd.

3. De door Bestuur Regio Utrecht vastgestelde meerjarenbegroting met
uitvoeringsprogramma’s (inclusief exploitatie en subsidiebeschikkingen) zullen na transitie
gerespecteerd blijven tot 2020, wat onverlet laat dat Provinciale Staten over budgetrecht
beschikt. In relatie tot subsidiebeschikkingen zal een harmonisatie met de provinciale
verantwoordings- en beschikkingsregels worden toegepast.

4. Tegenvallers bij investeringsprogramma’s, OV-exploitatie en beheer & onderhoud worden
binnen deze meerjarenbegroting (zie punt 3) opgevangen. In 2020 worden mee- en
tegenvallers binnen deze programma´s bekeken. Over besteding van een eventueel restant
wordt in overleg getreden met de huidige BRU-gemeenten.

5. In aanvulling op punt 2 neemt de Provincie Utrecht de besluitvorming van Bestuur Regio
Utrecht ten aanzien van de tramremise en vervoerkundige koppeling over. Ook hiervoor
geldt ten aanzien van mee- en tegenvallers het gestelde onder punt 4.

6. Bij het vaststellen van het jaarlijks OV-vervoerplan worden huidige BRU-gemeenten
bestuurlijk nauw betrokken.

7. Gelijk aan andere gemeenten worden BRU-gemeenten vooraf geconsulteerd bij
visievorming. De provincie blijft in continue dialoog met de huidige BRU-gemeenten ten
aanzien van de specifieke kenmerken van de stadsregionale vraagstukken.

8. De Provincie Utrecht neemt de systeemverantwoordelijkheid over voor het OV-systeem
bestaande uit eigendom, beheer en exploitatie van infrastructuur en materieel. Ook neemt
de provincie de Regiotram Utrecht over, inclusief bijhorende eigendommen. Pas na
uitvoering van de huidige infraprojecten (2017-2018) neemt de provincie besluiten over de
toekomstige positie (c.q. eventuele verzelfstandiging) van het trambedrijf.

Afspraken 3 en 4 hebben met name betrekking op de financiën. Daarvoor zijn nog aanvullende afspraken gemaakt.

Aanvullende afspraken over de financiën zijn:
1. De BDU-gelden van Bestuur Regio Utrecht zijn één op één in de Begroting 2015 van de
Provincie Utrecht, onder programma 5 ‘Bereikbaarheid’ opgenomen. In de paragraaf
‘weerstandsvermogen’ is in de programmabegroting 2015 een risico opgenomen van € 15
mln. met een kans van voorkomen van 25% ervanuit gaande dat volgens de voorgestelde
kaders tegenvallers bij investeringsprogramma’s, OV-exploitatie en beheer & onderhoud
binnen de meerjarenbegroting kunnen worden opgevangen.

2. de lopende subsidies die door Bestuur Regio Utrecht zijn verstrekt, worden afgehandeld door
Gedeputeerde Staten op grond van de aangepaste Uitvoeringsverordeningen (GS 18-12-14:
de Provinciale Uitvoeringsverordening is aangevuld met de relevante BRU-verordeningen
behorende bij de door Bestuur Regio Utrecht verstrekte subsidies); waarbij de
verantwoording plaatsvindt volgens de provinciale regels;

3. Eventuele financiële mee- of tegenvallers bij BRU investeringsprogramma’s, OV-exploitatie
en beheer & onderhoud worden zichtbaar gemaakt in de P&C-cyclus van Provincie Utrecht.
Afspraken transitie BRU naar de Provincie Utrecht, februari 2015

Aangezien 2019 het laatste jaar van de transitieafspraken is zal in deze paragraaf nader worden ingegaan op de afwikkeling van de transitie en de destijds gemaakte afspraken. Daarnaast zal er een prognose worden gegeven van de financiën.
Met ingang van de begroting 2015 en het meerjarig beeld zijn de financiën van de transitieafspraken opgenomen in het begrotingsprogramma mobiliteit. De dekking van deze afspraken was de Brede Doeluitkering (BDU). Het karakter van deze uitkering is in deze transitieperiode echter gewijzigd van specifieke uitkering naar een algemene uitkering. Conform de afspraken zijn deze middelen ingezet voor de dekking van uitgaven.

In het weerstandsvermogen heeft er jaarlijks een actualisatie plaatsgevonden van de risico’s met betrekking tot de transitie.  Op basis van de actualisaties werd duidelijk dat de risico’s van projecten binnen de financiële kaders van de transitieafspraken kunnen worden opgevangen. In 2018 heeft PS besloten om voor de extra kosten van de Uithoflijn binnen de meerjarige financiële afspraken 14 mln. in te zetten voor de dekking van het aanvullend krediet.
Daarnaast heeft er in het jaar 2017 harmonisatie plaatsgevonden van de subsidieverlening zodat er een eenduidige verantwoording plaatsvindt.  Over het stelsel van de subsidieverantwoording vindt er op dit moment nog overleg plaats met de commissie BBV.
In de P&C cyclus met name de begroting en jaarrekening is conform deze afspraken gerapporteerd over de financiën van de transitieafspraken. In de jaarrekening 2019 zal de inhoudelijke en financiële verantwoording plaatsvinden en zal worden teruggekeken op de gemaakte afspraken.
In 2018 heeft PS het nieuwe mobiliteitsprogramma 2019-2023 vastgesteld zodat vanaf 2019 er sprake is van een eenduidig beleidskader voorde gehele provincie. In dit plan zijn de financiële middelen van de BRU integraal opgenomen.
In deze paragraaf is een voortgangsrapportage over de stand van zaken met betrekking tot de BRU-middelen, inclusief een prognose voor het eindsaldo opgenomen.

Rekening 2015

Rekening 2016

Rekening 2017

Begroting na wijziging 2018

Begroting na wijziging 2019

VERWACHT TOTAAL

Lasten

OV Systeemmanagement

1.655

2.068

2.222

1.816

464

8.225

OV Exploitatie Qbuzz

45.601

53.485

49.768

51.510

64.039

264.403

Tram

18.046

22.943

23.971

24.744

28.272

117.976

RUVV: Wegen en verkeer

17.350

18.133

3.021

5.439

113

44.056

RUVV: OV -Infra

8.512

95.193

29.167

24.011

16.595

173.478

Totaal Lasten

91.165

191.822

108.150

107.519

109.483

608.140

Baten

BDU

98.824

98.018

98.110

98.613

98.607

492.172

Overlopend passief BDU BRU

-13.157

84.442

24.645

-

-

95.930

Overige inkomsten/Derden

5.498

12.545

15.954

11.483

12.598

58.078

Totaal Baten

91.165

195.006

138.709

110.096

111.205

646.181

Saldo lasten en baten

0

3.183

30.559

2.577

1.722

38.041

Mutatie Bestemmingsreserves

Storting

31.553

30.356

49.245

20.908

132.062

Onttrekking

28.369

45.954

11.730

86.053

Saldo na mutatie bestemmingsreserves

0

0

203

-714

-7.456

-7.968

Saldo Overlopend passief BDU BRU

111.246

26.804

2.159

0

0

0

Saldo bestemmingsreserve BRU/OV

9.327

39.683

7.362

-4.368

-4.368

Saldo bestemmingsres Kapitaallasten UHL

39.783

58.532

58.532

Saldo bestemmingsres Voorfinanciering

2.686

3.860

1.347

3.932

3.932

Saldo bestemmingsres Concessie OV

2.158

2.158

Financiële toelichting tabel

Bij het opstellen van de Najaarsrapportage 2019 waren de realisatie cijfers 2018 nog niet beschikbaar. In bovenstaande tabel zijn dan ook de realisatie cijfers tot en met 2017 gebruikt, en de begrotingscijfers voor 2018 en 2019. Bij het opstellen van de jaarrekening 2017 zijn er echter correcties uitgevoerd waardoor en bedragen vanuit 2018 alsnog in 2017 zijn geboekt. De begroting voor 2018 kan hierop niet worden aangepast. Omdat de realisatie cijfers 2018 nog niet beschikbaar zijn ontstaat er een vertekend beeld.

Toelichting jaarschijf 2019
n 2019 wordt nu een negatief resultaat gepresenteerd van € 7,5 mln. Dit betekent dat er vanuit de begroting gezien € 7,5 mln. wordt toegevoegd aan dit programma vanuit de algemene middelen. Het betreft de volgende besluiten:
KN2019 € 0,7 mln. extra formatie
KN2019 € 5,0 mln. Zero emissie
NJR2019 € 1,7 mln. Uitbreiding Vijfheerenlanden

Prognose eindsaldo
Aan het eind van de bestuurlijke afspraken is er in de reserves ruim € 60 mln. aanwezig. Dit kan gezien worden als de prognose van het eindsaldo. Deze reserve bestaat voornamelijk uit een reservering voor toekomstige kapitaallasten Uithoflijn.

Daarnaast heeft de provincie Utrecht intensiveringen uitgevoerd die niet gefinancierd zijn vanuit het BRU hek maar vanuit de Algemene middelen van de provincie. Betreft over dezelfde periode een bedrag van € 7,97 mln.

ga terug